Financieel overzicht
bedrag x € 1.000 | Rekening | Begroting 2022 | Rekening 2022 | Saldo | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Programma | 2021 | Primitief | Lasten | Baten | Saldo | Lasten | Baten | Saldo | 2022 |
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie | -10.511 | -10.369 | 24.256 | 2.774 | -21.481 | 23.606 | 2.133 | -21.473 | 8 |
6.2 Wijkteams | -4.424 | -4.637 | 5.544 | 1.015 | -4.529 | 5.440 | 1.120 | -4.320 | 208 |
6.3 Inkomensregelingen | -936 | 832 | 30.545 | 22.242 | -8.303 | 31.109 | 22.655 | -8.454 | -151 |
6.4 Begeleide participatie | -1.861 | -1.775 | 1.864 | 0 | -1.864 | 1.837 | 0 | -1.837 | 27 |
6.5 Arbeidsparticipatie | -2.567 | -2.801 | 2.551 | 80 | -2.471 | 2.664 | 282 | -2.382 | 89 |
6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO) | -2.946 | -2.996 | 3.057 | 61 | -2.996 | 2.924 | 45 | -2.879 | 117 |
6.7 Maatwerkdienstverlening 18+ | -13.172 | -12.251 | 14.557 | 588 | -13.969 | 13.700 | 542 | -13.158 | 811 |
6.72 Maatwerkdienstverlening 18- | -21.697 | -22.771 | 22.946 | 0 | -22.946 | 18.632 | 94 | -18.538 | 4.408 |
6.81 Geëscaleerde zorg 18+ | -150 | -439 | 439 | 0 | -439 | 411 | 14 | -397 | 41 |
6.82 Geëscaleerde zorg 18- | -1.716 | -1.567 | 1.530 | 0 | -1.530 | 1.557 | 0 | -1.557 | -27 |
7.1 Volksgezondheid | -3.281 | -3.528 | 3.540 | 57 | -3.483 | 3.538 | 57 | -3.481 | 2 |
Totaal saldo van baten en lasten | -63.262 | -62.301 | 110.827 | 26.816 | -84.011 | 105.419 | 26.941 | -78.477 | 5.533 |
Reservemutatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Resultaat | -63.262 | -62.301 | 110.827 | 26.816 | -84.011 | 105.419 | 26.941 | -78.477 | 5.533 |
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie
Maatschappelijk werk deels maatwerkvoorziening (nadeel € 52.000)
Tot 2022 werden de kosten voor maatwerkvoorziening maatschappelijk werk Participe bekostigd uit het taakveld Maatwerkvoorziening 18+. Met ingang van 2022 is het maatwerk deel opgenomen in het subsidiebedrag wat vanuit taakveld Samenkracht en burgerparticipatie wordt verstrekt aan Participe. Via de 1e tijdvak 2023 wordt dit bedrag structureel overgeheveld naar taakveld 6.1.
Huur Pluspunt (nadeel € 69.000)
In december is het dienstverleningsovereenkomst met Participe met terugwerkende kracht voor 2022 getekend. In de begroting was nog geen rekening gehouden met een hogere subsidie en hogere huuropbrengsten (programma 5, taakveld 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden).
Wet Inburgering (neutraal € 597.000)
Per 1 januari 2022 is de Wet Inburgering 2021 ingevoerd. Enerzijds ontvangt de gemeente een budget voor de uitvoering van de Wet Inburgering en anderzijds een specifieke uitkering waar de gemeente 3 jaar lang de gerelateerde doelgroep en ingekochte taaltrajecten uit moet financieren. De middelen zijn dus niet uitgegeven omdat dit gespreid over drie jaar zal plaatsvinden. Daarbij is nu, op basis van de instroom van migranten, de verwachting dat de gemeente binnen de toegekende budgetten van het Rijk blijft. Via de SISA regeling Nieuwe Wet Inburgering 2021 en de SISA regeling Onderwijsroute wordt er verantwoord aan het rijk.
6.2 Wijkteams
Preventie Jeugd (voordeel € 108.000)
Het voordelig resultaat wordt onder andere veroorzaakt doordat de kosten voor de uitvoeringsagenda's '(v)echtscheidingen 2022' en de 'Regionale verwijsindex - MULTIsignaal' voordeliger uitpakt. Alle interventies rondom het speerpunt (v)echtscheidingen en de regionale verwijsindex zijn conform de uitvoeringsagenda's uitgevoerd.
Kinderopvangtoeslagaffaire (voordeel € 121.000)
Dit voordeel is ontstaan op drie specifieke uitvoeringscomponenten van de specifieke uitkering van het Rijk met betrekking tot de kinderopvangtoeslagenaffaire (uitvoering van de begeleiding van gedupeerden, uitvoering van kwijtschelding publieke schulden, uitvoering kwijtschelding gemeentelijke belastingen). In het tweede tijdvak is een budget voor de uitvoering van deze regelingen opgenomen van € 830.000. Gedurende het jaar 2022 is een herziening op de uitvoeringskosten 2021 opgenomen tot de kwijtschelding van publieke schulden en kwijtschelding gemeentelijk belastingen. Op het onderdeel kinderopvangtoeslagenaffaire is hierdoor op de drie genoemde uitvoeringscomponenten een voordeel ontstaan van € 121.000.
6.3 Inkomensregelingen
Minimaregelingen (voordeel € 335.000)
In de 2de tijdvakrapportage heeft de gemeente € 500.000 extra budget opgenomen op basis van de verwachting dat de stijging in het aantal aanvragen voor minimaregelingen en bijzondere bijstand de tweede helft van 2022 zich zou voortzetten. Dit was gebaseerd op de stijgende kosten van het levensonderhoud, het aantal aanvragen in de 1e helft van 2022 en het groot aantal aanvragen op basis van de energietoeslag.
Het aantal aanvragen ten opzichte van 2021 is toegenomen. Dit geldt niet voor kindvoorzieningen. Mogelijk komt dit doordat voorzieningen voor twee jaar worden toegekend en omdat enkele noodzakelijke voorzieningen zijn vergoed via de regeling kinderopvangtoeslagenaffaire. Mogelijk heeft de uitbetaling van de energietoeslag ertoe geleid dat er minder overige aanvragen zijn gedaan dan aanvankelijk werd verwacht.
Energietoeslag (nadeel € 558.000)
Op de kosten van de energietoeslag is een nadeel ontstaan van € 558.000 in vergelijking tot de raming bij de 2e tijdvak. Ten opzichte van de ontvangen rijksbijdrage betekent dit een tekort van € 433.000. Dit heeft twee oorzaken. Het rijk heeft in haar budget rekening gehouden met een bereik van 80% van de doelgroep tot 120% van het wettelijke sociaal minimum. De gemeente heeft besloten de doelgroep van de energietoeslag uit te breiden naar 130% en de gemeente heeft 93% van de doelgroep weten te bereiken.
BUIG (nadeel lasten € 213.000 en voordeel baten € 248.000)
Het nadelige resultaat op het BUIG-budget wordt veroorzaakt door een kleine afwijking op de uitgaven aan bijstandsuitkeringen. Op het budget van € 17,5 miljoen is sprake van een nadeel van € 69.000. Het budget is gebaseerd op een gemiddeld bestand van 1050 uitkeringsgerechtigden. Dit aantal is uiteindelijk iets hoger uitgevallen.
Door kwijtschelden van openstaande vorderingen zijn de lasten € 144.000 hoger. Dit betreft reguliere vorderingen of leningen die na 36 maandelijkse aflossingstermijnen worden kwijtgescholden.
Bij het terugvorderen van verleende bijstand is een voordeel ontstaan van € 248.000. Er zijn meer vorderingen opgelegd dan begroot. Hiervoor is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen. Terugvordering van een beperkt aantal bijstandsuitkeringen in combinatie met enkele grote fraudevorderingen kan al leiden tot een dergelijke toename.
6.5 Arbeidsparticipatie
Re-integratie (voordeel € 83.000)
Op het budget voor arbeidsparticipatie is sprake van een nadeel van € 63.000. Op dit beleidsterrein komen verschillende initiatieven en geldstromen samen hetgeen resulteert in een budget van ruim € 700.000. In grote lijnen komt het nadelige resultaat neer op meer uitgaven aan re-integratie en scholing.
Landelijk zijn Regionale Mobiliteitsteams (RMT) opgericht om inwoners (met of zonder uitkering) te begeleiden wanneer zij hun baan zijn verloren of dreigen kwijt te raken en moeite hebben om zelf nieuw werk te vinden. Het dienstenaanbod van het RMT wordt voor de gemeente Amstelveen uitgevoerd door het Werkplein. In 2022 is een aanvraag gehonoreerd ter financiering van deze dienstverlening door het Werkplein. Doordat deze middelen niet in de begroting 2022 zijn opgenomen ontstaat hierdoor een incidenteel voordeel van € 146.000.
6.6 Maatwerkvoorzieningen WMO
Hulpmiddelen (voordeel €161.000)
Onder hulpmiddelen wordt onder andere verstaan vervoersvoorzieningen (scootmobielen), rolstoelen en woningaanpassingen (zowel kleine aanpassingen als grote verbouwingen). Het aantal grote woningaanpassingen in een jaar is van te voren moeilijk in te schatten. Eén grote woningaanpassing kan soms leiden tot hoge kosten (> € 50.000). In 2022 waren er minder grote aanpassingen dan in 2021. Daarnaast is er sprake van mondiale leveringsproblematiek van hulpmiddelen. Hierdoor is een incidenteel voordeel ontstaan van € 161.000.
6.7 Maatwerkdienstverlening 18+
Hulp bij het huishouden (voordeel € 565.000)
Bij de perspectiefnota is € 500.000 extra budget opgenomen omdat het aantal aanvragen, net als voorgaande jaren in het eerste kwartaal leek te stijgen. Het aantal inwoners dat in 2022 gebruik heeft gemaakt van hulp bij het huishouden is gedaald ten opzichte van vorig jaar. Vanwege het personeelstekort en de wachtlijsten is er minder gebruik van het Hulp bij het huishouden gemaakt.
Begeleiding (voordeel € 212.000)
Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning voorziet de gemeente in begeleiding en dagbesteding voor inwoners waarbij het noodzakelijk is deze zorg te ontvangen. Ook persoonlijke verzorging en verblijf vallen onder dit taakveld. Ten opzichte van 2020 is het aantal cliënten gestegen met 8 procent. Vanwege een structurele toename in het aantal begeleidingsaanvragen en gestegen tarieven door het aangaan van nieuwe overeenkomsten, alsmede door een aanbesteding sinds 1 januari 2022 heeft de gemeente in de perspectiefnota en de 2de tijdvak in totaal € 1.000.000 extra budget opgenomen. Het voordeel is ontstaan omdat het aantal unieke inwoners dat gebruik maakt van deze vorm van ondersteuning minder gestegen is dan aanvankelijk is inschat. Daarnaast is sprake van verschuiving van lasten van € 52.000 voor maatwerkvoorziening maatschappelijk werk naar taakveld 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie.
6.72 Maatwerkdienstverlening 18-
Jeugdhulp (voordeel € 4,4 miljoen)
Na jaren van stijgende kosten is in 2022 een voordeel ontstaan op het taakveld maatwerkdienstverlening 18- (jeugdhulp).
Opbouw van de begroting
Het begrote bedrag voor 2022 is gebaseerd op de jaarrekening 2021 en verwachte autonome ontwikkelingen voor 2022. Er waren een aantal ontwikkelingen die een kostenopdrijvend effect konden hebben en een aantal die juist voor een daling konden zorgen.
Er is begin 2022 mede op basis van eerdere jaren uitgegaan van een overall volumegroei voor 2022. Het volume is de combinatie van het aantal jeugdigen dat jeugdhulp ontvangt, de zwaarte en de lengte van de trajecten. Er waren stijgende kosten door een hogere indexatie dan waar rekening mee is gehouden in de begroting en extra kosten door enkele erg dure trajecten.
Daarnaast werd vooraf ook rekening gehouden met een daling van de kosten doordat onze gemeente jeugdigen heeft/zou gaan overgedragen aan andere gemeenten vanwege de wijziging van het landelijk woonplaatsbeginsel, een mogelijk voordeel door de nieuwe inkoop via de PxQ financiering (Prijs x hoeveelheid (Quantity) inzet) en een daling van het volume van trajecten die specifiek werden veroorzaakt door (een verergering van) problematiek vanwege de coronacrisis. Netto leidde deze ontwikkelingen tot een hogere begroting dan in 2021.
Oorzaken voor de daling van de kosten
We zien dat de meeste ontwikkelingen financieel positiever zijn uitgepakt dan verwacht. Een deel hiervan was in het najaar al verwacht. Mede gezien de nieuwe inkoopsystematiek, de nieuwe manier van ramen, de onzekerheid bij de grootste aanbieder Levvel en de nog te volgen ontwikkelingen in het najaar is de begroting toen niet gewijzigd. De daling heeft zich sindsdien verder doorgezet. Er zijn drie hoofdoorzaken voor de daling van de kosten ten opzichte van de begroting en het voorgaande jaar.
Ten eerste zijn er minder jeugdigen in zorg dan in 2021 en dan waar rekening mee gehouden werd. Het gaat om ongeveer honderd jeugdigen minder in 2022. In 2020 en 2021 was er een flinke stijging van het aantal jeugdigen mede als gevolg van de effecten van de coronacrisis. Qua kostenniveau eindigt 2022 lager dan 2020 (nog wel hoger dan 2019). Een deel van de stijging van het aantal jeugdigen en kosten vanwege corona lijkt hiermee weg te zijn gevallen.
Ten tweede is een specifieke reden voor de daling van het aantal jeugdigen. Er zijn meer jongeren naar andere gemeenten overgedragen door de wijziging van het landelijk woonplaatsbeginsel dan onze gemeente heeft ontvangen (vaak ging dit om duurdere trajecten al dan niet met verblijf). Niet alle gemeenten hadden deze wijziging tijdig verwerkt, waardoor het netto effect van de wijziging begin 2022 nog niet bekend/zeker was.
Ten derde zijn de gemiddelde kosten voor de grootste groep ‘ambulante jeugdhulp’ per traject gedaald ten opzichte van eerdere jaren. Relatief kleine dalingen in deze gemiddelde kosten per jeugdige hebben door het grote aantal jeugdigen een groot financieel effect. De daling komt mede door de nieuwe inkoop per 2022. Voorheen werd uitgegaan van gemiddelde prijzen per traject of per maand (de zogeheten SPIC’s). Deze manier van financieren had voordelen, maar was ook minder zuiver omdat het om gemiddelde prijzen per traject ging. In het nieuwe systeem wordt alleen betaald voor feitelijk geleverde zorg (prijs x hoeveelheid ingezette zorg). Verder is veel tijd gestoken in het bepalen van de tarieven met aanbieders.