3 Paragrafen

3.1 Lokale heffingen

Overige heffingen

Parkeren
Ten opzichte van de begroting is € 449.000 (ruim 10%) minder opbrengst gerealiseerd:

  • € 210.000 naheffingsaanslagen;
  • € 123.000 parkeergelden en;
  • € 116.000 lagere inkomsten uit vergunningen.

In algemene zin spelen drie oorzaken een rol: In de eerste plaats is sprake van vertraging in de realisatie van de uitbreiding van betaald parkeren, waardoor ingeboekte inkomsten later gaan binnenkomen. In de tweede plaats zorgt de nasleep van corona, c.a. voor achterblijvende opbrengsten. Er is nog steeds sprake van minder (auto)bezoek aan de stad en ondernemers vragen minder parkeervergunningen aan voor personeel en/of klanten. In de derde plaats worden de parkeertarieven niet jaarlijks automatisch geïndexeerd.

Verder is op het onderdeel naheffingsaanslagen het aantal uitgevoerde scans niet meegegroeid met de wel gerealiseerde uitbreiding van het areaal betaald parkeren en de in samenhang hiermee ingeboekte meeropbrengst.

In het kader van de Perspectiefnota 2024 zal de totale parkeerexploitatie worden geactualiseerd. Daarbij zal ook worden bezien in hoeverre tariefaanpassingen wenselijk zijn. Aangezien er geen jaarlijkse indexering plaatsvindt is dit een punt van periodieke heroverweging in het licht van de ontwikkeling van het totale budgettaire kader.

Toeristenbelasting
De opbrengst van de toeristenbelasting loopt 1 jaar achter; in 2022 staat de opbrengst over 2021 verantwoord.

Structureel wordt een inkomst geraamd van € 2,16 miljoen. Door de coronapandemie is de opbrengst in de primitieve begroting incidenteel verlaagd met € 1,1 miljoen ten laste van de algemene reserve (gewijzigde begroting: € 1.062.000). De daadwerkelijke aanslagoplegging over 2021 was nog lager, zijnde € 767.000.

Via de decembercirculaire 2022 heeft het Ministerie van BZK het verschil tussen de gewijzigde begroting en € 767.000 vergoed aan de gemeente.

Deze pagina is gebouwd op 07/03/2023 17:36:50 met de export van 06/30/2023 14:20:36